zondag 9 oktober 2011

Ik heb hier een brief...

Maart 2011. Flatje leeg. Onze stemmen kaatsen tegen de muren, plafond en de kale vloer. De huismeester vervangt het slot van de voordeur. Maandag komt er een peloton werklieden, want de keuken gaat eruit, de badkamer wordt vervangen en de indeling aangepast. Schuren, timmeren, hakken, tot alle sporen zijn gewist. De Kringloop heeft de laatste spulletjes, die echt niemand meer wilde hebben, meegenomen en we hebben met gemengde gevoelens de kleine vrachtwagen het terrein af zien rijden. Gatver, het voelt als verraad aan onze moeder. We werpen nog een laatste blik om de hoek van haar slaapkamer en onze neuzen proberen haar nog even te vangen. We ruiken en zeggen niks. Ze is weg. 

Aan de muur wappert aan een plakbandje een klein briefje. “Ben zó terug, even boeken ruilen”, staat er in het ouderwetse handschrift van mijn moeder. Kwam de bibliotheekbus bij de Koornhorst in Amsterdam-Zuidoost dan hing het briefje als belofte op de gangdeur van haar bejaardenflatje. Ze hield enorm van lezen. In een schriftje hield ze de honderden boeken bij die ze had gelezen en wat ze er van vond. Grote mensenboeken van grote schrijvers. En daar, op de laatste dag in haar Amsterdamse woning, hing ze aan een stukje tape te tikken tegen het behang. Onze moeder, een briefje. Zo wordt iets waardeloos opeens iets waardevols. Mijn zus heeft het krabbeltje ingelijst. Ben zó terug? Ja, ammehoela! 

Dag lieve mam, dat was het dan. Hartstikke dood, hartstikke jammer en hartstikke goed weggegleden. Chapeau, chapeau! Mooi op dronk en geheel naar wens, gewoon na achtentachtig jaren, niet meer opgestaan en linea recta onze geschiedenis ingetuimeld. Inmiddels zijn al je spullen in goede harmonie verdeeld,  weggegooid, en heeft de veilingmeester de dingen, waar jij emotionele waarde aan hechtte en wij niet, naar andere gelukkige eigenaren doorgetimmerd. Iedereen blij. En wij? Wij koesteren de ‘onveilbare’ dingen en kennen waarde toe aan briefjes, nieuwe herrie en prullaria die, na onze aanwezigheid hier, misschien in een prullenbak verdwijnen of verpatst worden. Zo gaat dat en zo moet het gaan. Ons verblijf is een perpetuum mobile tussen leven en dood, dingen en ondingen. Wij zijn de start en het einde. Meer niet.

3 opmerkingen:

  1. Mooi lieve oom. Ze was een geweldige oma. Kus

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het is bijna tastbaar zoals je dit geschreven hebt. Zo gevoelloos als de dood is, zo levendig heb jij 'm gemaakt! En ik denk dat een ieder die een dierbare verloren heeft, zich zo in dit verhaal herkent.

    BeantwoordenVerwijderen